In de schijnwerpers: Jeroen van den Berg
In dit artikel:
Jeroen van den Berg, geboren in 1962 in Amsterdam, is sinds 1999 directeur van het Tata Steel Schaaktoernooi en manager van het Max Euwe Centrum (MEC). Zijn liefde voor schaken begon als kind in Amsterdam en groeide door lidmaatschap van een schaakclub in Hilversum. Hoewel hij vroeger zelf ook jeugdkampioen was, ziet hij zijn huidige speelplezier vooral in het sociale aspect van schaken met vrienden, zoals in zijn team Sopsweps 29.
Na een periode als sportjournalist, waarin hij onder andere Johan Cruijff interviewde, rolde Van den Berg via de persdienst binnen het Hoogovenschaaktoernooi in de organisatie en bouwde zo een groot netwerk op in de schaakwereld. Als toernooidirecteur is zijn belangrijkste taak het samenstellen van een aantrekkelijk deelnemersveld, waarbij hij rekening houdt met het budget en de sponsor Tata Steel. Hij onderhoudt goede contacten met topgrootmeesters zoals Anand, Judit Polgar en Karpov. Daarnaast is hij toernooidirecteur van Tata Steel India.
Van den Berg benadrukt het belang van het sociale en organisatorische aspect van grote schaaktoernooien, waarbij logistiek, marketing en pr een grote rol spelen. Hij merkt echter wel de onzekerheden binnen zijn hoofdsponsor Tata Steel, vanwege uitdagingen rond de productie van groen staal en het negatieve imago van de staalindustrie, wat impact kan hebben op de toekomst van het toernooi.
Als manager van het Max Euwe Centrum zet hij zich in voor het behoud en de ontwikkeling van dit schaakinstituut in Amsterdam. Met nieuwe trainingen wil hij meer mensen, ook beginners, erbij betrekken en daarmee het centrum levendig houden. Hij erkent dat vrijwilligers en donaties cruciaal zijn voor zowel het MEC als andere schaakinitiatieven als Schaaksite.
Over de schaakwereld van nu is Van den Berg genuanceerd. Hij waardeert de veelzijdigheid van het spel, inclusief rapid en blitz, en ziet een positieve toekomst voor professionele schakers, ondanks controverses rond Magnus Carlsen en zijn afkeer van klassieke toernooien. Van den Berg gelooft dat klassieke schaakvormen en innovaties zoals Freestyle Chess naast elkaar kunnen bestaan. Hij benadrukt dat schakers vaak briljante denkers zijn, maar praktische organisatie vereist expertise van anderen.
Tot slot roept hij schaakliefhebbers en bezoekers van Schaaksite op actief bij te dragen aan de ondersteuning van schaakinitiatieven, omdat deze afhankelijk zijn van vrijwilligers en financiƫle steun om te kunnen blijven bestaan.